2017: Jaarthema Visioenen

In het Letterkundig lexicon voor de neerlandistiekwordt ‘visioen’ omschreven als een geestestoestand die zich manifesteert in het waarnemen van personen, zaken en (toekomstige) situaties die op natuurlijke wijze niet zichtbaar zijn. In religies worden visioenen vaak opgevat als boodschappen van een god, die direct of indirect (bijvoorbeeld beeld via profeten) worden doorgegeven.

In de Middeleeuwen bestond een bloeiende visioenenliteratuur. Vooral religieuze vrouwen – bijvoorbeeld Hildegard van Bingen en Hadewijch – ontvingen visioenen en schreven ze zelf op of lieten ze optekenen door hun geestelijke leidsman. De kerk stond hier wantrouwend tegenover: vrouwen die oncontroleerbare goddelijke boodschappen verkondigden, vormden namelijk een bedreiging voor de kerkelijke hiërarchie. De visioenen werden dan ook kritisch onderzocht om te kijken of het niet om een droom of waanvoorstellingen ging, die uit het eigen innerlijk voortkwam. Werden de visioenen erkend, dan verleenden ze de visionair een speciaal gezag.

Maar het woord ‘visioen’ wordt ook meer algemeen gebruikt om een gefantaseerde, verlangde of gedroomde toekomst aan te duiden. ‘I have a dream’, riep Martin Luther King, en hij schetste een nieuwe wereld van vrijheid en gelijkheid. En zo waren er velen in onze geschiedenis die een visioen hadden van een betere toekomst, die woorden of beelden vonden om anderen er deelgenoot van te maken en hen inspireerden om ook zo te gaan kijken en in beweging te komen. Het gaat niet alleen om invloedrijke grootheden als mensen als Gandhi en Mandela, maar ook om mensen dichterbij huis.

Dit jaar gaan wij op zoek naar dit soort mensen en verhalen.